Programmatoelichting:

Händels Esther 
Amsterdam Baroque Orchestra

wo 23 oktober '24 / 20:15 / Concertzaal

Programmatoelichting


Georg Friedrich Händel
1685-1759
Esther

De Duitse componist Georg Friedrich Händel zette in de eerste helft van de achttiende eeuw in zijn eentje het oratorium in Engeland op de kaart. De triomf van het niet scenisch uitgevoerde religieus verhaal begon in 1732 in Londen met Esther, een oratorium gebaseerd op het gelijknamige werk dat Händel al in 1718 schreef. Händel pakte het Engelse publiek in met pakkende aria’s, veel spectaculair koorwerk en een unieke combinatie van de Duitse protestantse kerkmuziek, de Italiaanse opera en de Engelse koortraditie. Ton Koopman maakte samen met zijn koormeester Peter de Groot een eigen versie van het oratorium gebaseerd op beide overgeleverde versies van Esther.

De eerste versie
Georg Friedrich Händel was de man die de bagage had om het Engelse oratorium op de kaart te zetten. Anders dan zijn leeftijdgenoot Johann Sebastian Bach genoot hij zijn opleiding niet alleen in Duitsland, maar van 1706 tot 1710 ook in Italië. Daar maakte hij diepgaand kennis met de Italiaanse opera, de Italiaanse cantate en het oratorium. Hij schreef er met La Resurrezione ook zelf een. Het werk werd op Paaszondag 1708 uitgevoerd in Palazzo Bonelli. In 1712 vestigde Händel zich in Londen. Het succes van zijn opera Rinaldo een jaar eerder bracht hem er toe zijn geluk in Engeland te beproeven. Hij werd met open armen ontvangen door het Engelse hof waar keurvorst Georg Ludwig als George I vanaf 1714 de scepter zou zwaaien. 

Ook werkte hij tussen 1716 en 1718 voor James Brydges, de hertog van Chandos. Als Paymaster General voor de troepen van de koning tijdens de Spaanse Successieoorlog had Brydges grote rijkdommen vergaard, die hij rijkelijk uitgaf aan muzikanten, schrijvers, schilders en architecten. Händel schreef voor Brydges werken als de Chandos Anthems en de masque Acis & Galatea. Ook de eerste versie van Esther (HWV 50a) ontstond in die periode als een masque, een vorm van hofvermaak met muziek, zang, dans, een weelderig aangekleed toneel en een vorm van acteren. Omdat het een besloten voorstelling was, weten we niet veel van deze eerste versie gebaseerd op het gelijknamige Bijbelboek uit het Oude Testament en het toneelstuk van Jean Racine uit 1689, waarvan de Engelse vertaling door Thomas Brereton in 1715 verscheen. Uit de partituur van een inmiddels herziene versie van 1720 - wederom voor een besloten voorstelling - weten we dat Esther een werk is in zes scènes die zonder onderbreking in elkaar overgaan. Het is geschreven voor een klein ensemble met één sopraan, één alt, twee tenoren en twee bassen en een klein orkest. De solisten zongen tevens de koorpartijen. 

Het oratorium Esther
Voor Händel leek Esther niet meer dan een aangenaam tussendoortje, want hij had in de jaren die volgden in Londen vooral veel succes met zijn op Italiaanse leest geschoeide opera’s. Toen de belangstelling voor zijn opera’s terugliep kreeg hij het idee voor een nieuwe weg nota bene op zijn verjaardag in de schoot geworpen. Ter gelegenheid van Händels zevenenveertigste verjaardag op 23 februari 1832 had zijn collega Bernard Gates in The Crown and Anchor Tavern een besloten scenische uitvoering van Esther georganiseerd met medewerking van het jongenskoor van The Royal Chapel. Onder de gasten bevond zich Prinses Anna van Hannover, dochter van de latere Engelse koning George II en vanaf 1734 de vrouw van de Nederlandse erfstadhouder Willem IV. Zij was zo enthousiast dat ze Händel aanraadde er een publieksproductie van te maken voor het King’s Theatre aan de Haymarket.

Daarbij liep Händel meteen tegen een uitdaging aan. De bisschop van Londen had alle scenische uitvoeringen van Bijbelverhalen in openbare theaters verboden. Händel omzeilde dit dictaat door Esther uit te breiden tot een avondvullend oratorium in drie akten. De dichter Samuel Humpreys schreef extra teksten, wat het verhaal alleen maar ten goede kwam, en Händel zorgde voor een veel rijkere orkestratie met de toevoeging van pauken en trompetten en componeerde meer koren en solopartijen waarbij hij dankbaar putte uit zijn kennis van de Duitse protestantse kerkmuziek en de Engelse koortraditie. Voor de zekerheid waarschuwde hij het publiek met de volgende aankondiging: ‘There will be no Action on the Stage, but the House will be filled up in a decent manner, for the Audience. The Musick to be disposed after the manner of the Coronation Service.’

De waarschuwing was niet nodig want het oratorium Esther (HWV 50b) bleek een ongekend succes en betekende het begin van een stroom Engelse oratoria. Händel schreef kort daarna de oratoria Deborah en Athalia die Ton Koopman met zijn Amsterdam Baroque Orchestra & Choir in een later stadium uitvoert, en zette uiteindelijk de kroon op zijn werk met de Messiah.

Goed en kwaad
Esther staat zo te boek als het eerste echte Engelse oratorium. Het verhaal is afkomstig uit het Oude Testament en vertelt van Esther, een joodse vrouw die koningin van Perzië wordt, Ahasverus (Xerxes), de koning van Perzië en Haman, de kwaadaardige hoveling die een complot smeedt om de Joden, die in Perzië in ballingschap leven, uit te roeien. Dit omdat Mordechai, de voogd en oom van Esther, weigert voor hem te buigen en zo hem (en dus de koning) niet voldoende eer bewijst. De koning wil Haman zijn zin geven, maar wanneer Esther dit te weten komt, gebruikt ze haar positie als koningin om de koning te overtuigen Hamans plan te stoppen. Uiteindelijk wordt Haman terechtgesteld en worden de Joden gered, een gegeven dat ten grondslag ligt aan het Joodse Poeriemfeest dat nog steeds vier weken voor Pasen gevierd wordt. Op het feest wordt in de synagoge het Bijbelboek Esther voorgelezen. Telkens als de naam Haman klinkt, probeert men die te overstemmen met het geluid van ratels en gestampvoet. Kinderen en volwassenen verkleden zich met maskers en kostuums.

Bij Händel is de strijd tussen goed en kwaad het meest treffend in het contrast tussen de aria's van Esther en die van Haman. Haman wordt muzikaal neergezet als een personage vol arrogantie en boosheid. Zijn aria’s zijn vaak fel en ritmisch, met scherpere orkestrale accenten, wat zijn kwaadaardigheid en zelfingenomenheid onderstreept. De aria’s van Esther zijn doordrenkt van meeslepende lyriek en diepe emotionele intensiteit, vooral op de momenten waarin ze de koning om genade vraagt. 

De nieuwe versie
Ton Koopman heeft samen met zijn koormeester Peter de Groot beide versies van Esther onderzocht en daar een nieuwe versie uit samengesteld. Een praktijk waar ook Händel dankbaar gebruik van maakte. Hij gebruikte voor het oratorium veel muziek uit de eerste versie en citeerde verder uit onder anderen uit verschillende Coronation Anthems en uit Zadok the Priest. Ook bij latere reprises van Esther, dat tussen 1733 en 1757 regelmatig werd uitgevoerd, bracht Händel doorlopend wijzigingen aan in de samenstelling en de bezetting. Wat telkens overeind bleef en blijft is de schoonheid van de koren en de aria’s en de meeslepende kracht van het verhaal.

Paul Janssen

 

Klik hier voor het tekstboekje

Uitvoerende

Amsterdam Baroque Orchestra & Choir
Ton Koopman dirigent
Julia Lezhneva sopraan Esther
Maarten Engeltjes altus Ahasverus / Mordecai
Andreas Wolf bas Haman

Binnenkort in Amare

Weihnachts-Oratorium

Nederlands Kamerkoor & B'Rock

wo 18 dec ’24 / 19:30

Música Temprana

Misa Criolla

wo 25 dec ’24 / 14:00

Poème Harmonique

Stabat Mater

wo 22 jan ’25 / 20:15