In beweging met Leontien Wiering
2 juni 2021, interview
Het was een veelbewogen jaar voor het Zuiderstrandtheater en Amare. Zakelijk directeur Leontien Wiering geeft ons een kijkje in de keuken. “Wij gaan een heel nieuw avontuur met elkaar aan.” Een persoonlijk gesprek over beweging, inspiratie en doorzetten.
Eén blik naar buiten en we zien het voor ons gebeuren: waar het kantoor van Stichting Dans- en Muziekcentrum eerst uitkeek op het Zuiderstrandtheater én de zee, wordt het zicht nu gedeeltelijk belemmerd door nieuwe woonflats in aanbouw. Een teken dat het voor het Zuiderstrandtheater binnenkort tijd is om afscheid te nemen van de locatie op het voormalige ‘Norfolkterrein’ aan het Zuiderstrand. De voorbereidingen voor de verhuizing naar Amare deze zomer zijn dan ook in volle gang. Het resultaat van een dynamisch jaar waar Leontien Wiering, zakelijk directeur graag meer over vertelt.
Rijdende trein
Leontien Wiering kwam bij het Zuiderstrandtheater in september 2019, vertelt ze. “Toen ben ik echt op een rijdende trein gesprongen. De bouw van Amare was al in volle gang. Al gauw ben ik toen gaan kijken hoe we die trein in versnelling konden brengen.”
Die sprong waagde ze niet zomaar. Wiering neemt een bijzondere achtergrond mee naar het Zuiderstrandtheater. Ze volgde een opleiding tot danser bij Codarts. Na een korte tijd op het podium in Antwerpen, besloot ze haar focus te verleggen. “Ik was altijd degene die die de dingen regelde en daar het voortouw in nam. De absolute top in de dans ging ik niet halen, dat was voor mij duidelijk geworden. Ik hoefde ook niet per se op het podium, maar wilde wél graag betrokken zijn bij de kunsten.” Dus ging ze weer studeren, Kunstbeleid en Management. Bij het Korzo theater in Den Haag vond ze haar eerste baan als producent. Vervolgens groeide ze door naar managementposities. Ze was directeur van de Nederlandse Dansdagen, een festival dat samen met de NTR de Nederlandse dans promoot, zowel nationaal als internationaal. Ook leidde ze dansopleidingen aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Ze was hier adjunct-directeur en later directeur.
Na al die tijd aan de kant van de ontwikkeling van de kunsten bezig te zijn geweest, begon het bij haar te kriebelen. “Toen dacht ik: ik wil eigenlijk wel heel graag een theater leiden. Een huis waar je publiek kunt ontvangen en dat midden in de samenleving staat.” Dat vond Wiering in eerste instantie bij Theater Het Klooster in Woerden en later bij Flint in Amersfoort. “En toen ben ik hier terechtgekomen.”
Luisteren en kijken
Haar rol als zakelijk directeur is divers en uitdagend, vertelt ze enthousiast. “Bij het Zuiderstrandtheater en de Nieuwe Kerk programmeren we niet alleen wat vrijwel in elk theater staat. We hebben ook heel veel bijzondere producties en festivals en proberen verschillende doelgroepen aan te trekken. Dat vraagt veel organisatie. Mijn rol is ervoor zorgen dat de mensen die de operatie regelen, dat goed kunnen doen: kassa, theatertechniek, horeca, zakelijke verhuur, facilitair, financiën. Alles wat zich doorgaans achter de schermen afspeelt, stuur ik aan. Dat betekent: luisteren, kijken en goed contact houden.”
Dat brengt haar meteen bij haar drijfveren. “Interactie, dat vind ik belangrijk. De vragen die mij bezighouden zijn: Hoe zorg je ervoor dat je zowel voor kunstenaars als voor het publiek een warme en aantrekkelijke plek bent? En dat je kunsten brengt en tegelijkertijd laagdrempelig blijft?” Daarin put ze uit het feit dat ze veel verschillende dingen heeft gedaan. “Aan de baan die ik nu heb, kan ik mijn hart ophalen. Hierin komt heel veel samen.”
Een nieuw avontuur
Die veelzijdigheid komt Wiering goed van pas in de transitie naar Amare. “Wij gaan een heel nieuw avontuur met elkaar aan,” vertelt ze. “Een nieuwe inrichting, een theaterrestaurant beginnen, een nieuw netwerk creëren: bij een ‘normale’ baan doe je dat soort dingen gedurende een jaar of een aantal jaren. Wij doen dat nu allemaal tegelijkertijd! De ontwikkeling van het gebouw vraagt veel van ons, en dan moeten we ook nog onze eigen organisatie, onze ideeën, onze visie en inhoud allemaal op die nieuwe plek visualiseren. Dat is veel.”
Als voorbeeld noemt ze haar verdere to do-lijst voor de dag. “We zoeken een Europese partij voor de inrichting van het pand. Amare wordt deze zomer al in heel ver vormgegeven staat opgeleverd. De zalen zijn bijvoorbeeld al vrijwel helemaal af, met stoelen en al. Maar de publieke ruimte, daar moet nog van alles in: van stoelen tot gordijnen, bars, bordjes en verlichting. Vandaag gaan we voor die inrichting een gunning doen. Een belangrijke keuze die gaat over veel geld.”
Of ze van dat soort beslissingen wakker ligt? “Het houdt me wel flink bezig, maar ik vind het niet per se spannend,” reageert Wiering. “Ik vind vooral dat we het samen heel goed doen. We werken echt in teamverband. Het is nooit zo dat ik op een dag wakker word en een beslissing neem. We doen alles heel gedegen, we bereiden alles goed voor en er zijn veel mensen bij betrokken.” Maar natuurlijk zijn er ook dingen die Wiering wél spannend vindt. “Vooral hoe het uiteindelijk gaat werken in Amare,” voegt ze toe. “We maken allemaal keuzes. Inhoudelijk, over de inrichting, over de processen. Pas als we daar zijn, gaan we merken of alles klopt. Wie weet komen we nog heel veel chaos tegen en moeten we oplossingen bedenken voor dingen die we van tevoren niet hebben voorzien. Maar ik vind dat eigenlijk vooral héél erg leuk om te doen.”
Beweging uit de dans
Aan haar fonkelende ogen zie je meteen dat die rol haar op het lijf geschreven is. Neemt Wiering daarin ook een beetje uit haar dansachtergrond mee? Daar moet ze even over nadenken. “Wat ik denk ik meeneem uit de dans is dat ik snel kan schakelen,” vervolgt ze. “Mensen denken altijd dat je een fysiek talent moet hebben om te kunnen dansen, maar het gaat ook over hoe snel je vertaalt. Wat je ziet en hoe je dat kunt vertalen. Wat je hoort en hoe je dat kunt vertalen. Ik kan snel vertalen, dat is - denk ik - een kwaliteit.”
Daarnaast neemt Wiering letterlijk de beweging mee uit de dans. “Ik houd wel van actie,” legt ze uit. “Uiteindelijk moeten we er gewoon voor zorgen dat we iets doén. Ik bespreek natuurlijk heel veel met algemeen directeur Jan Zoet en het team en ik denk over veel dingen goed na. Maar ik ben wel echt van het stappen zetten. Ik geloof dat beweging altijd wel weer iets genereert. Ook al weet je het nog niet precies, een beweging genereert weer een nieuw perspectief, een vervolgstap, een beweging van iemand anders...En ik ben een echte teamwerker, dat is ook iets wat uit de dans komt. Een danser staat nooit alleen. Of in ieder geval zelden. Ook solisten moeten samenwerken, en uiteindelijk maak je een voorstelling met zijn allen, vanuit gezamenlijke energie.”
Aanpakken en doorzetten
Dat aanpakken geldt zeker ook voor het proces naar Amare, legt ze uit. “Iedereen in de organisatie is daar mee bezig. In het theater, achter de schermen, vóór de schermen: iedereen legt een enorme bevlogenheid aan de dag richting Amare. In dat proces zie ik heel veel mensen boven zichzelf uitstijgen. Dat is echt mooi om te zien.” En ze heeft nog wel wat meer pluimpjes uit te delen: “We zijn helemaal niet met zoveel. En als je dan ziet wat allemaal bij ons wordt neergelegd en wat wij inregelen als hoofdhuurder en coördinator van dat hele grote gebouw! Ik denk dat we daarin slagen omdat we elkaar goed vasthouden, omdat we dit samen doen. En we doen het met veel doorzettingsvermogen. We pakken het aan.”
Een andere uitdaging haalde het team dit jaar ook uit de comfort zone, vervolgt ze. “Corona is iets waar iedereen door overvallen werd. Het heeft aanpassingen van ons allemaal gevraagd. De coronatijd vraagt om een soort ad hoc-beleid de hele tijd. Je moet continue reageren en daarbinnen dan weer keuzes maken – of je open gaat, of dicht, of een beetje open. Dat maakte het een pittig jaar. Maar we waren niet alleen maar met corona bezig, omdat we Amare hebben om naartoe te werken. Wij hebben nu juist een perspectief, die grote stip aan de horizon.”
Indrukwekkend gebouw
Nu al zoveel in de steigers staat voor Amare, is Wiering meer dan benieuwd naar de uitkomst. “Het gebouw is met veel toewijding en aandacht ontworpen. De basis is inmiddels gelegd. Het is prachtig afgewerkt. De detaillering, de materialen die gebruikt zijn, de kleuren in de zalen: het is indrukwekkend. Waar ik naar uitkijk is dat het echt van ons wordt, dat we het ons eigen kunnen maken. Nu voelt het soms nog steeds een beetje alsof ik op bezoek ben.”
En hoe gaat dat er dan uitzien, na de opening van Amare komend najaar? “Dan verlang ik er vooral heel erg naar dat het zweet van de dansers in de studio’s komt, dat er muziek gaat klinken, dat de zalen gaan leven, dat we publiek gaan ontvangen. Sowieso denk ik dat ik komend seizoen bij alle voorstellingen zal zijn. Al is het maar om te voelen, te zien, te ruiken. Om het mee te maken. En om rond te kijken: voelt iedereen zich op zijn gemak? Waar zitten eventueel nog dingen die we kunnen verbeteren? Het publiek moet natuurlijk nog wennen. We zullen allemaal moeten wennen.”
Meer dan een theater
En dan zijn er grote dromen voor Amare. “Ik hoop ontzettend dat het ons lukt Amare een plek te laten zijn waar mensen graag komen. Amare is natuurlijk een theatergebouw en een conservatorium. Het is een plek waar geproduceerd wordt voor het podium en waar studenten worden opgeleid voor op het podium. Dat zijn hele belangrijke functies die denk ik een grote aantrekkingskracht gaan hebben op veel mensen. Maar ik hoop echt dat Amare veel meer wordt dan een theater alleen. Dat je ook denkt: ik loop er even binnen, ik ga gewoon even kijken wat er te doen is.”
Amare moet uiteraard een plek worden voor dans- en muziekliefhebbers, benoemt Wiering. “Een plek waarvan een breed publiek weet: dáár moet je zijn voor de dans en muziek. Ik hoop dat we daarin onderscheidend kunnen zijn. Dat het een plek wordt waar het gebeurt, waar gecreëerd wordt.” Daar heeft ze al een beetje van kunnen proeven, vertelt ze. “Onlangs was ik nog in de dansstudio’s. Nou, als je daar binnenkomt… ik kan me voorstellen dat je daar als choreograaf heel graag wilt creëren! Met prachtig uitzicht op Den Haag, de stad waarvoor je het maakt. In die zin hoop ik dat we én in onze programmering én in wat er gemaakt wordt een plek zijn die inspireert. Een plek waarvan je denkt: ‘Hier gebeuren dingen die ergens anders niet kunnen gebeuren.’”
“Dat zou toch te gek zijn?” gaat Wiering verder met onvermoeibaar enthousiasme. “En dat is natuurlijk niet iets wat ik in mijn eentje droom. Dat is iets wat wij allemaal heel graag willen en waar heel hard aan gewerkt wordt. En wat fijn is: we zijn bijna zover dat we het kunnen gaan doén!”