Quatuor Pour la fin du Temps
Het Collectief, Katrien Baerts
vr 29 nov / 20:15 / Nieuwe Kerk
Programma
Claude Debussy Prélude à l’après-midi d’un faune
Maurice Ravel Chansons Madécasses
Henry Dutilleux Sonatine voor fluit en piano
Claude Debussy Le Balcon
Olivier Messiaen Quatuor pour la fin du Temps
Programmatoelichting
In september 1939, kort nadat Frankrijk de oorlog verklaarde aan Duitsland, werd de 31-jarige Olivier Messiaen onder de wapens geroepen. Op zijn werktafel lag op dat moment het onvoltooide orgelwerk Les Corps Glorieux. Kort nadat het Duitse leger in mei 1940 de Franse troepen onder de voet liep, werd Messiaen samen met duizenden andere Franse soldaten ondergebracht in een geïmproviseerd kamp op een open veld in de buurt van Nancy. Daar liep hij de bekende cellist Jean Pasquier en de klarinettist Henri Akoka tegen het lijf. Voor Akoka zette hij ter plekke een stuk voor klarinet solo op papier (Abîme des oiseaux), dat later in het Quatuor zou worden opgenomen. In juli werd Messiaen dan overgebracht naar Stalag VIII A ("Stammlager" of hoofdkamp VIII A) in Görlitz, waar enkele tienduizenden Belgen en Fransen gevangen zaten.
In die erbarmelijke omstandigheden componeerde Messiaen zijn achtdelige Quatuor. Kampcommandant Karl-Erich Brüll, een muziekliefhebber die Messiaen gunstig gezind was, voorzag hem van notenpapier en schrijfgerief. Messiaen moest echter niet van nul beginnen. Twee delen van het Quatuor (de twee Louanges) gaan namelijk terug op eerdere composities. De Louange voor cello is een herwerking van een deel uit Fête des belles eaux (1937); de viool-Louange gaat terug op het tweede deel van het orgelwerk Diptyque (1930). Het derde deel, Abîme des oiseaux, werd eerder al geschreven, in het doorgangskamp in de buurt van Nancy. De overige vijf delen zagen echter alle het levenslicht in het met prikkeldraad omheinde Stammlager VIII A. Het Intermède is het eerste stuk dat Messiaen in Görlitz op papier zette, overigens het enige deel waar de piano niet in meespeelt. Pas toen de kampoversten beloofden dat ze een piano zouden vinden voor Messiaen, maakte hij ernst met het componeren van de rest van het Quatuor.
Tijdens zijn krijgsgevangenschap putte de diepgelovige Messiaen troost uit het Bijbelboek Apocalyps, het laatste boek uit het Nieuwe Testament. Messiaens Bijbeltje was, samen met enkele zakpartituren, een van de weinige persoonlijke bezittingen die hij in het kamp mocht houden. Dat hij zijn toevlucht nam tot het boek Apocalyps is niet zonder reden. De evangelist Johannes schreef het namelijk voor een vervolgde christengemeenschap, om hen uitzicht te bieden op Gods uiteindelijke overwinning op het kwade. In het tiende hoofdstuk beschrijft Johannes hoe hij een engel uit de hemel ziet neerdalen die verkondigt: ‘Er zal geen tijd meer zijn! Als de tijd is aangebroken voor de zevende engel om op de trompet te blazen, dan zal het geheime raadsbesluit van God in vervulling gaan, zoals Hij het heeft geopenbaard aan zijn dienstknechten, de profeten.’ (Apocalyps 10,6-7)
De rijke beeldspraak uit het boek Apocalyps vormt de inspiratiebron voor het Quatuor, dat een staalkaart biedt van Messiaens toonspraak uit die tijd. Het werk bevat uitbundige dansen, waarin de ritmische regelmaat echter systematisch verstoord wordt (Danse de la fureur), langzame, harmonieuze lofzangen (de twee Louanges), een eigenaardig stuk contrapuntische machinerie waarin de vier instrumenten hun eigen weg gaan (Liturgie de cristal) en een klarinetsolo waar vanuit de afgrond van de uitzichtloosheid een eenzame vogel zijn lied van hoop laat klinken (Abîme des oiseaux). Twee delen zijn expliciet opgedragen aan de engel die het einde van de tijd aankondigt, de Vocalise en Fouillis d’arcs-en-ciel. Twee keer heft de engel zijn lied van de tijdloosheid aan, ondersteund door een zachte waterval van blauw-oranje akkoorden, die als een gedempt klokgelui een kleurige lichtkrans rond de engel vormen.
Op woensdagavond 15 januari 1941 was het eindelijk zover: in de ijzige kou van barak 27B beleefde het Quatuor pour la fin du Temps zijn wereldpremière. Messiaen beschreef deze gebeurtenis met enige overdrijving: ‘Na mijn inleiding sleepte men een aftandse buffetpiano de zaal in, waarvan de mechaniek veel te wensen overliet. Het was op deze piano dat ik mijn Quatuor zou spelen, voor een publiek van wel vijfduizend mensen, uit alle lagen van de maatschappij: boeren, arbeiders, intellectuelen, militairen, dokters, priesters, ….. Nog nooit was mijn muziek met zoveel aandacht beluisterd.’ Dit is niet verwonderlijk! In het holst van de barre oorlogswinter, te midden van een duivels regime van kwaad, opsluiting en ontbering, liet Messiaen een engel aan het woord die niets minder dan het paradijs en het einde van de tijd in het vooruitzicht stelt.
Jan Christiaens
Uitvoerende
Het Collectief:
Toon Fret fluit
Julien Hervé klarinet
Thomas Dieltjens piano
Wilbert Aerts viool
Martijn Vink cello
Katrien Baerts sopraan