Programmatoelichting:

De Staat
Asko|Schönberg en Ensemble Klang

zo 24 nov / 20:15 / Conservatoriumzaal

Programma


Louis Andriessen (1939 - 2021)
De Staat (1976)

Pauze

Oscar Bettison (1975)
On the slow weather of dreams (2024)
I After Eifuku Mon’in
II A Compendium 1
III
IV Prisms and Prisms
V
VI A Compendium 2
VII
VIII Thresholds and Seas
IX A Compendium 3
X
XI Por las Estrellas
XII
XIII Ether and Forgetting

Programmatoelichting

Met De Staat (1976) schreef Louis Andriessen muziek voor de eeuwigheid. Deze 
hoogstpersoonlijke mix van Stravinsky, Amerikaanse minimal, Europese avant-garde 
en jazz veroorzaakte een schokgolf in de internationale muziekwereld. Asko|Schönberg 
koppelt dit politiek geladen werk aan een gloednieuw werk van Oscar Bettison. Bettison 
studeerde bij Andriessen en is dit seizoen composer in residence bij Asko|Schönberg.

De Staat
‘Louis Andriessen is de Nederlandse Stravinsky,’ stelde dirigent Reinbert de Leeuw niet lang voor zijn dood in 2020. En, vervolgde hij: ‘De Staat is Louis’ Sacre du printemps.’ Decennialang had De Leeuw de muziek van zijn boezemvriend gepromoot, hij had bijna alle stukken mét dirigent in première gebracht – uitgerekend níet De Staat – en als toegift hoopte hij de geschiedschrijving nog een zetje te geven.

Gaat de vergelijking op? Ja, de Sacre en De Staat zijn beide stukken die ook nu nog een enorme impact op de luisteraar hebben. De energie, de brutaliteit, de radicaliteit zijn op geen enkele manier gedateerd, nog altijd grijpen ze de concertbezoeker bij de lurven en laten niet los tot de laatste noot is uitgeklonken. En nee, er is een groot verschil: de Sacre veroorzaakte een tumultueus schandaal, terwijl De Staat – voor het eerst uitgevoerd door het Nederlands Blazers Ensemble onder leiding van Lucas Vis op 26 november 1976 in Groningen – tot een uitzinnige euforie in de zaal leidde. Hoewel vooral het ballet van Vaslav Nijinsky het Parijse publiek schokte, werd Stravinsky, in het kielzog van choreograaf Nijinsky, verfoeid, terwijl Andriessen werd gelauwerd. Binnen een jaar ontving hij voor De Staat zowel de Matthijs Vermeulen Prijs als de eerste prijs van Unesco’s International Rostrum of Composers.

Andriessen voelde feilloos aan dat de tijdgeest rijp was voor een politiek getinte tekst – Plato’s Politeia over de kwalijke invloed van muziek op de maatschappij en een muzikaal idioom dat dwars door alle conventies knalde. We schrijven immers de jaren 70, volgens Andriessen ‘fantastische jaren, waarin alles kon en alles mocht.’ Dus ook een met losse bakstenen geconstrueerde compositie: hard, hoekig en halsstarrig. Zonder cement. De bezetting valt op door een krachtige blaassectie, twee piano’s, twee harpen, twee elektrische gitaren en een basgitaar, vier altviolen. ‘Gewone’ strijkers passen niet in dit concept, de vocalisten lijken eerder te schreeuwen dan te zingen, de koperblazers scheuren tot hun lippen zijn gesprongen.

Net als de Sacre schudde De Staat het muzikaal bewustzijn van veel jonge componisten hardhandig door elkaar, met name in de Angelsaksische landen. De rauwe esthetiek, de aan de minimal music ontleende herhaling, het strenge conceptuele denken – zo kan moderne muziek ook klinken, realiseerde zich een jonge generatie Amerikaanse muziekstudenten aan CalArts, Yale en Princeton, geschoold in een academische benadering van het vak. ‘Wauw, wat is dit in hemelsnaam!?’ riep Julia Wolfe, een van latere de oprichters van het New Yorkse Bang on a Can Festival, na het horen van Andriessens spierballenmuziek: ‘Muziek die niet subtiel en mysterieus probeert te zijn, maar bam recht in je gezicht.’ Voor de meesten was De Staat de eerste kennismaking met het universum van Louis Andriessen en in de loop der jaren kwamen talloze studenten naar Den Haag om les te nemen bij le bulldozèr, zoals de Fransen Andriessen ondertussen hadden omgedoopt.

De Staat is niet subtiel en mysterieus, maar recht in je gezicht.
Hoe je als (jonge) componist te verhouden tot zo’n meesterwerk? Al in 1998 organiseerden het Asko Ensemble en het Belgische Champ d’Action een concert waarvoor zij verschillende componisten uitnodigden via een nieuwe compositie De Staat te becommentariëren. Geestig en conceptueel was de respons van Hero Wouters, die zijn hele professionele leven in de clinch lag met subsidiegevers. Hij noemde zijn stuk Statiegeld en draaide om te beginnen Andriessens uitgangspunt om: ‘De staat beïnvloedt de muziek. Hoe? Doordat de een wel geld krijgt en de ander niet. Ik lever dude noten van Andriessen in en krijg daar geld voor terug.’ Hij liet het koor de tekst uit een afwijzingsbrief zingen, die evenzeer van toepassing was op Andriessens idioom: ‘Een herhaling van gestandaardiseerde formules van eigen handwerk.’ Vanavond reflecteren zeventien Europese componisten en kunstenaars op Andriessens iconische werk tijdens het contextprogramma in de Entreehal.


On the slow weather of dreams
Naast De Staat klinkt ook een nieuw werk van Andriessens voormalige leerling Oscar Bettison. In On the slow weather of dreams brengt hij een oud advies van zijn leraar alsnog in praktijk: ‘Zorg dat het orkest klinkt als nooit tevoren.’ Maar vooral wilde Bettison een autonome compositie schrijven – juist volstrekt anders dan De Staat – ook al is de bezetting dezelfde.

Bettison deed dat door te focussen op de instrumenten die in De Staat een ondergeschikte rol spelen: de strijkers, de stem, harp, piano en (ontstemde) elektrische gitaar. In zijn toelichting op On the slow weather of dreams vertelt Bettison dat hij als kind terugkerende dromen had die geanimeerde versies leken van kunstwerken die hij had gezien; bijvoorbeeld een litho van M.C. Escher. Het overkwam hem opnieuw toen hij nadacht over dit nieuwe stuk. Bettison: ‘Ik had herhaaldelijk een droom in de stijl van de surrealistische schilder Remedios Varo, waarvan twee beelden in mijn hoofd bleven hangen: de eerste van een boot die een langzame reis maakt langs de nachtelijke hemel, en een tweede van een rariteitenkabinet, een verzameling vreemde, droomachtige voorwerpen.’ Uiteindelijk koos hij drie hiermee verwante tekstfragmenten: een sequentie uit het epische gedicht L’Adone van Giambattista Marino (1569-1625), een 14e-eeuws vers over het vallen van de nacht, geschreven door de beroemde Japanse dichter Eifuku Mon’in (tevens echtgenote van de 92e keizer), en een gedicht van de Spaanse schrijver Luis de Góngora (1561-1627), getiteld Por las estrellas, over het verstrijken van de tijd.

On the slow weather of dreams duurt 45 minuten en bestaat uit dertien delen, die in lengte variëren van minder dan een minuut tot zeven minuten. Het stuk kent terugkerende elementen, zoals zacht wiegende gondelliederen, opsommingen van fantastische en fantasmagorische objecten, een signaalachtige roep van het koper, korte instrumentale kwartetten en de aanzet voor een miniatuurconcert voor twee piano’s. Gechoreografeerde bewegingen, elektronica en vooraf opgenomen samples van het ensemble verstevigen de relatie tussen deze elementen. Zo hoopt Oscar Bettison de muziek dezelfde droomachtige kwaliteit te geven als zijn oorspronkelijke visioen. Een commentaar op De Staat dat zover mogelijk af staat van De Staat – wellicht had Louis Andriessen dit streven van harte aangemoedigd. Hoe keek hij zelf terug op het stuk waarmee hij internationaal doorbrak? Bij het 25-jarig jubileum van De Staat in 2001 bekende hij in een interview in NRC Handelsblad zich nauwelijks nog te kunnen verplaatsen in ‘de jongensachtige woede’ die begin jaren zeventig zijn motor was. Op weer een ander moment noemde hij het typisch een stuk van een jonge componist: ‘In die tijd rende ik de straat op en gaf een harde klap op geparkeerde auto’s.’ 

Biografieën

Componisten

Louis Andriessen
Louis Andriessen (1939 - 2021) geldt als de invloedrijkste Nederlandse componist van zijn generatie. Hij studeerde compositie bij zijn vader, Hendrik Andriessen, bij Kees van Baaren aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en bij Luciano Berio. 

In zijn composities zijn invloeden terug te horen van minimal musiccomponisten als Terry Riley en Steve Reich. Zelf noemt hij vooral Igor Stravinsky en Maurice Ravel als inspiratie, maar ook The Birth of the Cool van Miles Davis. In 1977 won Andriessen de Matthijs Vermeulenprijs, in 2011 de Grawemeyer Award en in 2016 werd hem de Kravis Prize for New Music toegekend met een bijbehorende compositieopdracht. Herfst 2018 ging zijn orkestwerk Agamemnon in première. In 2019 ontving hij een eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam. Andriessen had een hechte band met Asko|Schönberg dat veel van zijn stukken in première bracht.

Oscar Bettison
Oscar Bettison (1975) begon al op negenjarige leeftijd als violist op de Purcell School in Londen. Hij was een muzikale omnivoor: van het zingen van Hongaarse volksliedjes tot het onderzoeken van 16e-eeuws contrapunt.

Tijdens zijn tienerjaren bestudeerde componisten als George Crumb, Steve Reich, György Ligeti en Igor Stravinsky. In 1993 won hij op achttienjarige leeftijd de eerste BBC Young Composer of the Year prijs. Hij studeerde eerst aan de Royal College of Music in Londen, maar zijn eigen stijl ontwikkelde hij bij Louis Andriessen en Martijn Padding aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag. In 2005 verhuisde hij naar de Verenigde Staten om zijn doctoraat aan de Princeton University af te ronden. Hier componeerde hij O Death, waarmee hij doorbrak. Hij bleef grenzen verleggen met avontuurlijke werken en ontving in 2017 een Guggenheim Fellowship. Hij woont in New Jersey en is hoofd van de compositieafdeling van het Peabody Institute van de John Hopkins University.

 

Uitvoerenden

Clark Rundell dirigent

Het repertoire van veelzijdig dirigent Clark Rundell strekt zich uit van van jazz tot kora, van tango tot Europees modernisme en van grote, multidimensionale projecten tot complexe werken voor ensembles.

Rundell werkt regelmatig met de BBC-orkesten, Britten Sinfonia, Royal Liverpool Philharmonic, Royal Northern Sinfonia, Ensemble 10/10 en was te gast bij o.a. het Barcelona Symphony Orchestra, Klangforum Wien en Gulbenkian Orchestra Lissabon. Rundell dirigeerde veel wereldpremières en is een zeer toegewijd uitvoerder van nieuwe muziek. Werken van componisten als Louis Andriessen, Steve Reich, Tansy Davies, Martijn Padding, Joey Roukens, Wayne Shorter en Julia Wolfe werden onder zijn directie uitgevoerd. Hij is een graag geziene gastdirigent bij Asko|Schönberg en stond al meerdere keren voor het ensemble.

Asko|Schönberg
Asko|Schönberg presenteert gedurfde concerten en voorstellingen met gecomponeerde muziek uit de 20e en 21e eeuw in uiteenlopende settingen, van concertpodia en buitenfestivals tot aan theaterzalen. Het ensemble ontwikkelt onderzoeksprojecten en educatieve activiteiten. De nadruk ligt op het stimuleren en creëren van nieuw werk door makers van nu. Dit alles met als doel om het Nederlandse en internationale publiek te inspireren en nieuwe geluiden te laten ontdekken.


Ensemble Klang
Ensemble Klang, opgericht in 2003, is dankzij de innovatieve programma’s, de compositieopdrachten aan de meest opwindende componisten van nu en hun eigen platenlabel, snel uitgegroeid tot ‘een van de topensembles’ (NRC Handelsblad).

Ensemble Klang werkte samen met vooraanstaande componisten als Heiner Goebbels, David Lang, Tom Johnson, Julia Wolfe en Peter Adriaansz. De unieke, veelzijdige instrumentatie – saxofoons, trombone, keyboards, percussie, gitaar, elektronica – zorgt voor de energieke drive en passie van een band. Leden van het ensemble voelen zich thuis in de concertzaal en op festivals en poppodia.

Uitvoerende


Clark Rundell
dirigent

Asko|Schönberg
Bauwien van der Meer sopraan
Els Mondelaers sopraan
Anna Trombetta mezzosopraan
Michaela Riener mezzosopraan
Evert Weidner hobo
Bram Kreeftmeijer hobo
Fokke van Heel hoorn
Eli Oltra hoorn
Austris Apenis hoorn 
Arthur Kerklaan trompet
Rutger Pereboom trompet
Bianca Egberts trompet
Maarten Elzinga trompet
Sebastiaan Kemner trombone
Koen Kaptijn trombone
Marijn Migchielsen trombone, bastrombone
Pauline Post toetsen
Wiek Hijmans elektrische gitaar 
Jordi Carrasco Hjelm basgitaar
Astrid Haring harp
Carla Bos harp
Liesbeth Steffens altviool
Marijke van Kooten altviool
Hannah Donahoe altviool

Ensemble Klang
Anton van Houten 
trombone 
Saskia Lankhoorn toetsen 
Pete Harden elektrische gitaar

Meer in Amare 

The Big Loud Thing

Ensemble Klang

vr 22 nov ’24 - vr 13 dec ’24

Insomnio

God's own musicians #3

za 14 dec ’24 / 20:15

Julia Wolfe's Steel Hammer

Bang on a Can All-Stars, Trio Mediæval

za 15 feb ’25 / 20:15