Programmatoelichting:

Cyrillus Kreek

Ests Filharmonisch Kamerkoor 

Tõnu Kaljuste, dirigent

za 23 mrt ’24 / 20:15 / Concertzaal

Programma 

Ests Filharmonisch Kamerkoor 

Tõnu Kaljuste dirigent

Cyrillus Kreek 1889-196
Unes nägin (In een droom)
Mis sa sirised, sirtsukene (Waarom tjilp je, klein vogeltje?)
Kuula: valgusest imelist juttu (Luister naar een wonderlijk verhaal over het licht)
Hällilaul (Wiegeliedje)
Nõmmelill (Heidebloem)
Laulja (Een zanger)
Sirisege, sirbikesed (Zing, sikkels!)
Undsel ilmal lätsi ma (Op een mistige ochtend)
Talvine õhtu (Winteravond)
Jaan läheb jaanitulele (Jan gaat naar het Midzomer vreugdevuur)
Meie err (Onze meester)
Maga, maga, Matsikene (Welterusten kleine Matthias)

pauze

Veljo Tormis 1930-2017
Eesti kalendrilaulud (Estse kalenderliederen)

I. Mardilaulud, voor mannenkoor (1967)
Sint Maarten-liederen
1. Mardid ukse taga (Sint Maarten-bedelaars aan de deur)
2. Teretamine (Begroeting)
3. Õnnistussõnad (Zegening)
4. Tants (Dans)
5. Lausumine (Toverspreuk)
6. Andide palumine (Bedelen om geschenken)
7. Tänamine (Bedanken)
8. Soovid (Wensen)
9. Lõpetus (Einde)

II. Kadrilaulud, voor vrouwenkoor (1967)
Sint Catharinadag-liederen op folkloristische teksten (Põlva) bewerkt door Ruth Mirov
1. Sissetulemine (Entree)
2. Tants / Teretamine (Dans / Begroeting)
3. Andide palumine (Bedelen om gechenken)
4. Tänamine, soovid ja lahkumine (Bedanken, wensen en vertrekken)

III. Vastlalaulud, voor mannenkoor (1967)
Liederen voor de vastentijd op folkloristische teksten
1. Vistel-Vastel
3. Liulaskmise-laul (Slee-lied)

IV. Kiigelaulud, voor vrouwenkoor (1966)
Schommelliederen op folkloristische teksten
1. Kitsas kiik (Smalle schommel)
3. Ilus neiu kiigel (Een knap meisje op de schommel)
5. Kiigel kartlik (Een verlegen meisje op de schommel)

V. Jaanilaulud, voor gemengd koor (1967)
Sint Jansfeest-liederen op folkloristische teksten
1.  Kutse jaanitulele I (Midzomernacht vreugdevuur I)
2.  Kutse jaanitulele II (Midzomernacht vreugdevuur II)
3.  Ei ole püssil püütav (Het pistool vangt mij niet)
5.  Jaani hobu (Het paard van Sint Jan)
7.  Jaanilaul (Lied van Sint Jan)

 

Klik hier voor de liedteksten

Programmatoelichting 

Noorderlicht, berkenbossen, moeraslanden en de levensvreugde van de bewoners van Estland: het klinkt hier in magische koorzang. Dirigent Tõnu Kaljuste leidt het wereldvermaarde Ests Filharmonisch Kamerkoor. Ervaar het geheim achter het succes van Arvo Pärt. Leer zijn voorgangers kennen. Geniet van de bevlogen kunst van een zingend volk.

Een wonderlijke droomwereld legt het af tegen de ogen van een geliefde in Unes nägin op gestage stappen van de onderste stemmen. Vragen in rappe maatwisselingen richten zich tot een opgewonden zangvogeltje in Mis sa sirised, sirtsukene? Tsjilpend beklaagt het zich: guur weer zal met de ganzen en ooievaars meekomen. Wie wist deze koorstemmen zo lenig te plooien? Cyrillus Kreek is zijn naam en hij ontwikkelde zich tot een verwoed verzamelaar van volksliederen. Aan het muziekcollege van Tartu en het conservatorium van Tallinn wist Kreek het vuur voor de eigen volksmuziek te ontsteken in talenten zoals Veljo Tormis, van wie we hier eveneens een breed palet koorwerken leren kennen. 

 

Ontwakend nationalisme

Cyrillus Kreek bracht zijn jeugdjaren door op het westelijk van Estland gelegen eiland Vormsi, waar zijn vader werkzaam was als docent. Zijn basisopleiding ontving hij aan de vaste wal op de parochieschool van Haapsalu. Estland werd vanaf de middeleeuwen belaagd door Denen, Duitsers, Zweden en Russen. Estse boeren werden vanaf 1710 uitgebuit door de Russische tsaar en hadden vanaf 1850 schoon genoeg van de repressie. De Estse taal werd tot bloei gebracht in poëzie, literatuur en journalistiek. De tsaar verloor zijn macht tijdens de Eerste Wereldoorlog en vanaf 1917 wist Estland zich los te maken, na felle gevechten bezegeld in het vredesverdrag van Tartu in februari 1920. Het was in die woelige periode dat Cyrillus Kreek tussen 1908 en 1921 de meeste van de hier klinkende koorwerken componeerde. 

 

Wander-Jahre 

Als jongeman vond Kreek zijn bestemming als koordirigent. Zijn ‘Wander-Jahre’ begonnen in 1908 met een gang naar Sint-Petersburg. Hier klinken drie koorwerken uit die eerste periode. Een en al verwondering bieden fijnzinnige klanken in Kuula: valgusest imelist juttu. Oogverblindend schittert het koor bij opkomende zon in de climax waarmee het werk besluit. Nõmmelill belicht de overgang van zomer naar herfst vanuit de kortstondige bloei van heidebloemen in de moeraslanden van Estland. De bloemen vertellen zelf hun levensverhaal. Gecomponeerd op teksten van Estse dichters, zijn de melodieën hier nog aan Kreeks eigen verbeelding ontsproten. Gewaagde complexe samenklanken en de aandacht voor variatie en afwisseling markeren zijn oriëntatie op het modernisme. In Talvine õhtu pakt dat heel spannend uit: een betoverend tafereel van een ijzige winternacht.

 

Het volkslied als roeping

Dierlijke insluitsels in tot barnsteen gestolde hars van naaldbomen. Fossielen in het zandsteen van de Estse eilanden en in de kliffen aan de kust, ze verhalen van oeroude tijden, wel veertig miljoen jaar geleden. Water dat zich van een klif stort, wordt in Laulja vergeleken met de expressie van zang. Volksliederen bieden ons een blik in de ziel van de oorspronkelijke bewoners van de streek. Cyrillus Kreek ontpopte zich vanaf 1911 tot bevlogen verzamelaar van folkloristische liederen (rahvaluule). Naar het voorbeeld van Bartók trok hij de velden in met fonograaf, liet zich voorzingen door de boerenbevolking en wist zo talloze gezangen vast te leggen op wasrollen. Kreek had zijn roeping gevonden. Zijn collectie bestaat uit zo’n 1300 liederen, uitgeschreven door zijn leerlingen. 

 

Runen
Runentekens van de Germanen, in hout of steen gekerfd, onthullen sporen van oeroude gezangen. Mensen zongen zich moed in bij hun vuren of vierden zingend de vonk van de liefde. Ze wiegden hun kinderen in slaap tijdens de wintermaanden, prezen de natuur, of vierden met nieuwe energie het binnenhalen van de oogst in de zomertijd, zoals in Sirisege, sirbikesed. Een sprankelend werk met rijke afwisseling van registers. Het ritmisch afsnijden van de korenaren krijgt verend gestalte op de lettergrepen van si-ri-se-ge. Sikkels zingen! Denk aan het mes waarmee Panoramix uit Asterix zijn maretakken snijdt voor de toverdrank. 

Hällilaul biedt een vlechtwerk van wiegende stemmen, uitmondend in een zoemende koorklank als van orthodox kerkgezang. Undsel ilmal lätsi ma gaat over het wonder van de eerste ontmoeting tussen twee geliefden. Op YouTube maakt het Ests Filharmonisch Kamerkoor het lied tot metafoor voor de vaste verbintenis tussen zingende koorleden, de Estse natuur en koordirigent Tõnu Kaljuste.

 

Vreugdevuren van de midzomernacht

Jaan läheb jaanitulele bezingt het einde van de lente, intens gevierd rond vreugdevuren, die de groei van graan en gras zouden stimuleren. Mensen zingen en springen over de vuren. Deze dorpsspelen, dansen en drinkgelagen keren terug in de Sint Jansfeest-liederen van Veljo Tormis waarmee het concert besluit. De blijde komst van Jaan staat voor de mythische figuur die geluk brengt voor het vee en de gewassen. In Meie err scanderen mannen met de handen uit de mouwen vrolijke arbeidsvitamine op het veld. Maga, maga, Matsikene is gebaseerd op een oeroud runenlied. Het begint als rustig slaapliedje voor de kleine Mats. Snorrende bassen bieden vredige ondersteuning aan de liefdevolle zorg van de moeder. Neuriënde stemmen en echo's creëren in de slotmaten een magisch effect. 

 

Veljo Tormis bezingt de seizoenen

Veljo Tormis ontketent een unieke ritmische energie en oerkracht in het koor. Als docent bracht Tormis Arvo Pärt in aanraking met nieuwe muziek. Hier krijgen we een greep uit zijn koorwerken. In zijn Eesti kalendrilaulud peilt Tormis dieper in de folklore dan Kreek. Hij tast hier ook naar oerklanken van volkeren die aan de Baltische en Finse wateren leefden, lang voor er naties waren. Voor wie het nog niet kent: luister ook eens naar Raua needmine, waarmee Tormis echt een hit scoorde. De stuwende kracht van woorden bepaalde heidense vruchtbaarheidsrituelen en feesten op de landbouwkalender voor oogst en vee. Gezien de katholieke kerk om zieltjes te winnen altijd compromissen sloot met de oorspronkelijke bewoners, lieten de heidense feesten onmiskenbaar hun sporen na in de vieringen van de kerkkalender. Tormis trekt ze weer uit de schaduw van verbod en onderdrukking. 

 

Feesten van winter en carnaval

Het is winter en het buitenwerk is afgerond! Begin november op Allerzielen lopen twee tradities parallel: Sint Maarten parallel aan Sint Catharina. In Estland trekken jongemannen als bedelaar van huis naar huis. Schrikaanjagend gekleed in binnenstebuiten gekeerde bontjassen, met aanplakbaardjes en in elkaar geflanste maskers. Ze vragen zingend om toestemming je drempel over te steken, prevelen toverspreuken van ‘Vader Mart’ en strooien maïs op de vloer. Huisbewoners krijgen tikjes met stro om hun gezondheid te zegenen. Zingend en huppelend wordt om eten gebedeld. Na dankzeggingen trekken de mannen weer verder. Elegant geklede vrouwen, bepoederd met meel, in witte jurken, versierd met linten en papier, bezoeken de huizen tijdens Sint Catharina. Ze brengen geluk en vruchtbaarheid voor het vee, vragen toegang met een danslied en smeken om geschenken met een lied van het spinnenwiel. Liederen van dank begeleiden ook hun vertrek. 

 

Verslingerd aan sleeën en schommelen

In Estland was het traditie op Vastenavond uit sleeën te gaan. Hoe langer de slee zou glijden hoe hoger het vlas, luidde het bijgeloof. Licht en zwierig zijn de schommels in het zuiden van Estland, waar ze hooguit een koppel kunnen dragen, robuust in het noorden, waar wel zes stellen tegelijk schommelen. Tormis belicht het arsenaal aan schommelliederen. Het concert besluit met Tormis’ drink- en dansgelagen rond het vreugdevuur tijdens midzomernacht. Gezegend door Jaan zul je de zaal straks verlaten en gelukkig huiswaarts gaan.

 

© Huib Ramaer

Biografie

Ests Filharmonisch Kamerkoor
Het Ests Filharmonisch Kamerkoor werd in 1981 opgericht door Tõnu Kaljuste. Het ensemble is in de loop der jaren te gast geweest bij onder meer BBC Proms, Hong Kong Arts Festival, Salzburger Festspiele, Mozartwoche, Edinburgh International Festival, Festival d’Aix-en-Provence, Sydney Opera House, Wiener Konzerthaus, Palau de la Musica in Barcelona, Barbican Centre in Londen, Carnegie Hall in New York en Walt Disney Concert Hall in Los Angeles.

Het koor heeft samengewerkt met dirigenten als Claudio Abbado, Neeme Järvi, Paavo Järvi, Marc Minkowski, Sir Colin Davis, Andrés Orozco-Estrada en Gustavo Dudamel, en met orkesten als het Australian Chamber Orchestra, London Symphony Orchestra, Mahler Chamber Orchestra, Rundfunk-Orchester Berlin, Salzburg Camerata, hr-Sinfonieorkester Frankfurt en Los Angeles Philharmonic. 

Het repertoire van het Ests Filharmonisch Kamerkoor strekt zich uit van gregoriaans en barok tot muziek van de eenentwintigste eeuw, steeds met speciale aandacht voor het werk van Estse componisten.

In 2020 riep BBC Music Magazine het koor uit tot een van de tien beste koren ter wereld.

 

Tõnu Kaljuste 

De Estse dirigent Tõnu Kaljuste (1953) specialiseerde zich al vroeg in koordirectie en studeerde aan de conservatoria van zowel Tallinn als Leningrad/Sint-Petersburg. Hij was oprichter van onder meer het Ests Filharmonisch Kamerkoor (1981), het Tallinn Kamerorkest (1993) en het Nargen Festival (2006). Van het Tallinn Kamerorkest is hij sinds seizoen 2019/2020 opnieuw chef-dirigent en artistiek leider. Ook bij het Ests Filharmonisch Kamerkoor vervult hij deze functies sinds 2021 voor een tweede keer in zijn carrière. Voorts heeft hij nauw samengewerkt met de Nationale Opera van Estland. Verder was hij chef-dirigent van het Nederlands Kamerkoor en van het Zweeds Radio Koor, dat hem in 2019 benoemde tot eredirigent. 

Naast werken van Arvo Pärt bevat de discografie van Tõnu Kaljuste composities van Erki-Sven Tüür, Alfred Schnittke, Paul Giger, Heino Eller, Brett Dean en Gesualdo. In 2014 werd zijn album Adam’s Lament met werken van Arvo Pärt bekroond met een Grammy ‘Best Choral Performance’. Een aantal andere opnamen van hem werden voor een Grammy genomineerd. In 2019 won hij de International Classical Music Award voor de opname van de symfonieën van Arvo Pärt met het NFM Wrocław Philharmonic.

Van 2010 tot 2020 was Tõnu Kaljuste hoofddocent van de dirigentenfaculteit van de Estse Academie voor Muziek en Theater. Kaljuste is lid van de Koninklijke Zweedse Muziekacademie en ontvanger van de ABC International Music Award van Japan en de Robert Edler Prize voor koormuziek. Ook in eigen land heeft hij vele onderscheidingen ontvangen, waaronder diverse nationale cultuurprijzen voor de uitvoering van muziek van Veljo Tormis.

Binnenkort in Amare

Steel Stolen

Nederlands Kamerkoor met Maya Fridman en HIIIT (voorheen Slagwerk Den Haag)

za 11 mei ’24 / 20:00 - 21:15

Aleppo

Cappella Amsterdam

di 16 apr ’24 / 20:15 - 21:40

De klaagzangen van Gesualdo

Graindelavoix

vr 29 mrt ’24 / 20:00