Het verhaal achter Boni de musical
Boni de musical vertelt het even dramatische, spannende als ontroerende verhaal van de gelijknamige Surinaamse vrijheidsstrijder (1730-1793). Hij tartte de Nederlandse kolonisator met zijn guerrillatactieken om de tot slaaf gemaakten in het Hollandse wingewest van hun ketenen te bevrijden. Regisseur Stanley Burleson: “Boni is voor mij een mens van vlees en bloed - géén Marvel superheld.”
Mythe en mens
Het is verleidelijk, zegt Stanley Burleson, (musical)acteur, choreograaf, zanger en danser, om van Boni (spreek uit: Bonni) een held van mythische proporties te maken.
"Dat we bijna 300 jaar na zijn geboorte een musical aan hem wijden is natuurlijk veelzeggend. De man heeft werkelijk wat betekend in de gezamenlijke geschiedenis van Suriname en Nederland. Hij is zonder meer een mythe, óók in zijn tijd, maar het gevaar van legendevorming is dat je iemand als absolute held gaat portretteren, een soort superman. Ik zoek juist de menselijke kant van Boni; zijn twijfel, zijn angst en pijn. Geen Robin Hood, maar een mens van vlees en bloed, een gewone sterveling. Zonder daarbij zijn rol in de historie op enige wijze te relativeren.”
Cast en crew
Stanley Burleson regisseert Boni de musical, tot en met april 2024 in de Nederlandse theaters te zien. Voor de veelzijdige musicalster (Beauty and the Beast, Sister Act, Aladdin) is het de eerste grote musical waarbij hij niet als gelauwerd acteur, danser en choreograaf is betrokken, maar zich aan ‘de andere kant van het podium’ beweegt als artistiek spelleider.
Schrijver Lars Boom (bekend van musicals als Johnny Jordaan, In de schaduw van Brel en De Grote Drie) verzorgde het script. Urvin Monte (Five Guys named Moe, All Stars, The Bodyguard) speelt Boni en Jeaninne la Rose (The Color Purple, Jesus Christ Superstar, Tina de musical) vertolkt Boni’s moeder in deze musical die draait om vriendschap, bedrog, liefde, verraad en wraak, maar ook moed, optimisme en idealisme.
Rol in de geschiedenis
Stanley Burleson: “Boni staat in de geschiedenis op dezelfde hoogte als Tula, die in 1795 de opstand van tot slaaf gemaakten op Curaçao leidde. Er was een belangrijk verschil: Boni was het kind van een zwarte vrouw die door haar Nederlandse meester was verkracht. Zij vluchtte, zwanger, de jungle in en sloot zich aan bij de stam van Askian Sylvester, de voorganger van Boni. Dat is de reden dat hij nooit tot slaaf gemaakt is geweest. Het weerhield hem er niet van op te staan tegen de Hollandse heersers en te strijden voor zijn onderdrukte broeders en zusters.”
Boni deed dat als schier ongrijpbare guerrillaleider in de binnenlanden van Suriname, van waaruit hij een lange, bittere en bloedige strijd voerde tegen de koloniale onderdrukker Nederland. Nederland had met Suriname in de 17e en 18e eeuw een van de belangrijkste plantagegebieden ter wereld in handen, en het gebied werd genadeloos geëxploiteerd. Uit Afrika werden tussen 1687 en 1863 zo'n 300.000 tot slaaf gemaakte mensen ‘geïmporteerd’ om op deze plantages in mensonterende omstandigheden te werk gesteld te worden. Van dat aantal werden slechts 33.000 mensen vrijverklaard toen Nederland in 1863 de slavernij in zijn koloniën afschafte. De rest, de marrongroepen (vrijgevochten tot slaaf gemaakten die zich in het Surinaamse binnenland vestigeden) en de vrije mensen, bestond samen uit nog geen 7.000 personen. Er was dus sprake van een kolossaal sterfteoverschot.
Een tijdgenoot, de Nederlands-Schotse soldaat John Gabriel Stedman, beschreef in zijn boek Narrative of a five years’ expedition against the revolted Negroes of Surinam (1796) de meedogenloze en uiterst wrede wijze waarop de tot slaaf gemaakten werden behandeld als bezit én vaak gruwelijk werden mishandeld.
Boni, zegt Burleson, gaf de onderdrukten een gezicht en stem door hen te verenigen, te organiseren in groepen rebellen en aldus revoltes te ontketenen. "Zij tartten de superioriteit van de witte man door plantages te overvallen, voorraden en wapens te stelen en tot slaaf gemaakten te bevrijden. De kolonisator sloeg natuurlijk genadeloos terug. Voor zover ze Boni en zijn strijders, die een strategie van voortdurende verrassing toepasten, konden lokaliseren.”
Eigentijdse theaterbelevenis
De voorstelling behandelt weliswaar een belangrijk stuk Nederlands-Surinaamse historie, maar de regisseur trekt de vertelling evenzeer naar het heden. Boni de musical is een eigentijdse theaterbelevenis waarin zang, spoken word, soul, rap en rhythm & blues worden afgewisseld met traditionele Surinaamse zang en dans. Voor wie niet kan wachten: er is al een videoclip te zien met het indrukwekkende nummer Wie ben ik dan, vertolkt door hoofdrolspeler Urvin Monte. Stanley Burleson: "Ik hoop straks ook Surinaamse én Nederlandse jongeren bij deze eigentijdse productie te mogen verwelkomen in het theater. Het is tenslotte hún geschiedenis.”
Leven in twee werelden
Stanley Burleson is, net als Boni, zelf dubbelbloed. In zijn geval kind van een Creoolse vader en Nederlandse moeder. Schept dat nog een band met zijn hoofdpersoon? “Ik kan mezelf onmogelijk vergelijken met Boni, die in de jungle werd geboren. En wat moet het met hem hebben gedaan dat zijn moeder werd onteerd en vervolgens verstoten door een Nederlander, de overheerser? En dat je het product van een verkrachting bent is natuurlijk afschuwelijk.”
“Ik groeide op in een veilig dorp in Nederland. Het enige waarbij ik me iets kan voorstellen is dat Boni geestelijk in twee werelden geleefd moet hebben: een zwarte en een witte. Voor mij is dat overigens dikwijls voordelig gebleken. Ik was wit genoeg om in Les Misérables te spelen en zwart genoeg om bijvoorbeeld Sammy David jr. te vertolken. Die laatste had succes bij een zwart én wit publiek. Maar voor menig witte was hij te zwart en voor velen zwarten te wit. Het was nooit goed.” Lachend: “In de Surinaamse gemeenschap vinden ze me soms een Bounty: wit van binnen, zwart van buiten.”
Als vrijheidsstrijder (“Boni wakkerde een vuurtje aan dat tot een complete junglebrand werd”) moet Boni ook twijfel, angst en verdriet hebben gekend rond zijn missie, zoals ieder mens die bereid is zijn nek uit te steken en daarvoor uiteindelijk zijn leven riskeert. Stanley Burleson: “Niets menselijks is hem vreemd. Ik geloof dat ieder mens een held kan zijn. Niet alleen in het groot, maar ook in kleine daden.”
Het publiek krijgt straks op het toneel tevens een inkijkje in het vermaarde Fort Boekoe, destijds een vesting met muren van vijf meter hoog met kanonnen in een nauwelijks doorwaadbaar moeras in het hart van de jungle. Boekoe wil in het Surinaams zoveel zeggen als ‘tot stof vervallen’ en dat is precies wat Boni en de zijnen elkaar beloofden - liever verkruimelen dan zich overgeven aan de Europese indringer.
Medestrijder
In Boni de musical raakt de hoofdrolspeler bevriend met een medestrijder, Baron genaamd, die hem adviezen geeft over de Hollanders. “Baron was zelf als bezienswaardigheid tentoongesteld in Nederland,” licht Stanley Burleson toe. “Hij kende de taal, de zeden en gebruiken van zijn voormalige eigenaren. Hij wist: ‘Hollanders zijn meesters in verdeel en heers, het handig uit elkaar spelen van mensen.’ Dat knoopte Boni goed in zijn oren. Als je je vijand begrijpt, weet je des te beter hoe je die dient te bestrijden.”
Omdat Boni zelf nooit tot slaaf is gemaakt voelt hij zich soms onzeker ten opzichte van Baron en een andere van de plantages gevluchte medevrijheidsstrijder, Jolicoeur. Hij kende, zegt Stanley Burleson, immers nooit hun intense pijn die zij als exclusief wit bezit ervoeren. Die kwetsbaarheid wil de regisseur ook tonen. “De ouders van Jolicoeur zijn voor zijn eigen ogen vermoord met een kapmes. Hij zweert daarop wraak. Waarop Boni op zijn beurt plechtig belooft dat de vergelding van Jolicoeur de zijne zal zijn.”
Op de goede weg
Stanley Burleson vindt het een eer om met een compleet gekleurde cast te werken. Die keuze is uiteraard in historisch perspectief onmiskenbaar, maar er is voor hem meer aan de hand dan alleen de juiste inkleuring van het verleden. “Het is fantastisch om in één ruimte te verkeren met mensen die nu eens niet voelen dat ze de uitzondering, maar de regel zijn. Gelukkig is de tijd van de ‘excuus gekleurde’ in een theaterproductie voorbij - steeds meer mensen van kleur vinden hun weg naar het podium."
"Zwarte acteurs en actrices hebben veel in te halen, maar we zijn op de goede weg.”
Dit artikel werd geschreven door Arno van Gelder in opdracht van George Visser Productions en aangepast naar redactionele richtlijnen van Amare.